Beste Gonny,
Om een lang verhaal kort te maken: Hierbij sturen we het op. We hebben er een, niet recent, fotootje bij gedaan.
„Heeft Gon nog iets geschreven?“
Dit is sinds een half jaar een standaard vraag bij het avondeten of tijdens één van de vele wandelingen door het bos vlakbij ons flatje in Zürich Zwitserland.
“Ja, ze vraagt mensen om over iets te schrijven wat ze bezig houdt”.
“Wat leuk, een goede gelegenheid om haar eens te bedanken voor al die leuke/ gezellige/informatieve berichten die ze schrijft.”
Bij deze dus. Hartelijk bedankt dat je je gedachtes en belevenissen met anderen wilt delen. Je schrijfwijze is zo lekker leesbaar, soms serieus maar niet pessimistisch, soms luchtig maar niet leeg en je informatie is nooit beterweterig.
We hebben een beetje het gevoel dat we elkaar kennen hoewel we ons nog nooit hebben voorgesteld en daar willen we hier wat aan gaan doen.
Maar ja wat moet je schrijven hè?
Het omgekeerde probleem hadden we, toen we 3 jaar op de fiets op wereldreis waren (alweer 5 jaar geleden). De mensen beleefden niets, zeiden ze, en dus schreven ze niet zo vaak. Maar zo gauw als we weer thuis waren, had iedereen het grootste woord over ditjes en datjes.
Laten we maar eens beginnen met ons toilet. Voor de hand liggend, toch?
Ter laxering hebben we er een paar plaatjes opgehangen. Een kalender van Fokke en Sukke. Een verjaardagskalender op het toilet? Typisch Nederlands, best vreemd, dat kennen ze hier niet in Zwitserland. Een wereldkaart met onze fietsroute. En sinds een jaar een poster uit een Duits damesblad met daarop een prachtige Zweedse boerderij, lupinen op de voorgrond en daaronder een tekst van ene Theodor Rein: "Het is altijd mogelijk om via een omweg een doel te bereiken".
Op zich een open deur natuurlijk. Maar we denken, hopen, dat het op ons slaat.
Eigenlijk komen we uit het midden van Nederland. Arnoud kreeg werk in Eindhoven en Marlies volgde braaf. In deze tijd leerden we Scandinavië kennen. Langlaufend en fietsend door Noorwegen en Lapland. We leerden er dat -27°C niet koud was in een dun jasje als de zon maar scheen. En dat je je eigen bloed hoort ruisen als het absoluut stil is. En dat de midzomernachtzon ervoor zorgt dat je bij Abisko al om 6 uur 's ochtends de tent uit brand. Misschien wel door de rust in die landen ging het ons steeds meer opspelen dat we Nederland te vol vonden. We wilden in de natuur kunnen wandelen, joggen of mountainbiken zonder rekening te hoeven houden of er op zaterdagochtend een hondenuitlaatclub actief was en verderop de padvinders dan wel een schaats-training-hardloop-groepje.
Al langere tijd speelden we met het idee op reis te gaan. De knoop doorgehakt, de familie ingelicht en prompt komt er de mogelijkheid om in Zwitserland bij een zusterbedrijf te gaan werken. Daar had Arnoud wel oren naar en Marlies volgde braaf. Tjee wat hadden we een heerlijke tijd. Veel rustiger als in NL en we maakten volop gebruik van de mogelijkheden. Vrijdagavond op pad, het weekeinde ergens wandelen of zo. Natuurlijk gingen we ook skieën. Maar na een paar seizoenen vroegen we ons steeds meer af "waarom eigenlijk?". In de file erheen, koude voeten, lift in lift uit en vooral veel te druk. Dat probleem losten we op door te gaan sneeuwschoen wandelen. Eigenlijk waren we heel gelukkig zo. Maar toen kwam de economische crisis. Collega's ontslagen, steeds meer werk moest overgenomen worden. De afstand en karakter verschillen maakte al jaren dat het contact met de familie niet zo goed verliep en juist Arnoud's vader, met die het wel klikt, wordt ziek en overlijdt. Dat allemaal gaat op lange termijn natuurlijk niet goed.
We besluiten alsnog op wereldreis te gaan. Wat een belevenis. Gastvrijheid, zoveel leuke ontmoetingen, mooie natuur, afzien bij alle weertypen maar gatverdamme wat een armoede overal. Na 3 jaar stopten we ermee want vrienden vroegen ons in hun outdoorbedrijfje in te stappen. Marlies wilde eigenlijk nog wel doorgaan maar Arnoud vond het mooi geweest en dus volgde ze braaf. Zoals je zo vaak hoort in zo'n soort situatie, de vriendschap was goed maar de partnerschap maakte het kapot. Halsoverkop moesten we verhuizen nadat Arnoud toch weer zijn oude baan terug kon krijgen. Wat een gelukstreffer. Kieskeurig wat huisvesting betreft, konden we niet zijn. Het bos bij ons flatje is onze redding. Maar we merken dat Zwitserland in 13 jaar tijd enorm veranderd is. Dikke 1 miljoen inwoners zijn er bij gekomen. Steeds meer files. Overal wordt gebouwd. Nog kunnen we rustig wandelen, maar hoelang nog? En zoveel als we vroeger deden, zo weinig als we nu doen. We verlangen steeds meer naar Scandinavië. En vooral Marlies die in de winter weinig werk heeft begint er langzaam genoeg van te krijgen. Daarbij komt dat nu Marlies haar vader kanker heeft. Het besef dat het leven tekort is om je dromen niet na te leven wordt steeds duidelijker. Het ziet er naar uit dat Arnoud nu maar eens Marlies braaf gaat volgen.
We hopen nog veel inspiratie van jullie drieeën te mogen opdoen.
Veel geluk en groeten van Marlies en Arnoud.